56% van de huurders voelt zich thuis in zijn woning. Dat blijkt uit ons sectoronderzoek dat is afgenomen onder ruimt 15.000 huurders van zestig woningcorporaties. Een fijne woning in een fijne buurt zorgt bij huurders voor het thuisgevoel. Je veilig voelen in je eigen huis, jezelf kunnen zijn en een huis dat past bij je levensfase zijn aspecten die de meeste invloed hebben op het thuisgevoel. Voelen huurders zich niet thuis dan blijkt de mismatch tussen de levensfase waarin de huurder zit en de woning waarin die woont, één van de belangrijkste oorzaken. Naast een kwantitatief woningtekort is er dus ook sprake van een kwalitatieve opgave.
Vier van de tien huurders in een sociale huursector voelt zicht niet volledig thuis in de eigen woning. Die huurders geven een zeven of lager voor het thuisgevoel en daarvan dertien procent een vijf of lager. Deze laatste groep geeft met name aan dat dit komt door burenoverlast, achteruitgang van de buurt en een slecht onderhouden woning. We spreken van een thuisgevoel als de huurders een 8 of hoger geven. 25 jaar onderzoek onder huurders laat zien dat er bij een 7 of lager nog veel sprake is van ontevredenheid. Er ligt een kantelpunt bij een 8 of hoger. Uit de analyse van de open antwoorden uit dit onderzoek ontstaat hetzelfde beeld en dat bekrachtigt de keuze om thuis te definiëren als een 8 of hoger.
Top-5 thuisgevoel
Kijken we naar wat er voor nodig is om je thuis te voelen, dan noemt driekwart van de respondenten een veilige woning als belangrijkste voorwaarde. Gevolgd door 54% die aangeeft dat de woningen goed onderhouden moet zijn. Ruim de helft wil een woning waar je lekker buiten kunt zitten, op het balkon of in de tuin. Een woning waar je je kunt ontspannen is voor 43% belangrijk. En op de 5e plek: 41% wil een woning waar je samen kunt zijn met familie of vrienden.
Sociale cohesie versterkt thuisgevoel
Wat uit het onderzoek duidelijk naar voren komt, is dat een fijne woning een noodzakelijke voorwaarde is voor het thuisgevoel, maar niet voldoende. Een fijne buurt speelt ook een rol. Van de huurders die positief zijn over de sociale cohesie in hun buurt en blij zijn met hun woning, geeft maar liefst 91% aan zich thuis te voelen. Is er sprake van een fijne woning maar geen sociale cohesie dan zakt dit percentage naar 62%. De cijfers laten ook zien dat het voor het thuisgevoel uitmaakt met wie huurders in de buurt wonen. Vragen we het de huurder dan is er lang niet altijd sprake van een passende mix; 27% is van mening dat nieuwe mensen die in de buurt komen wonen niet bij de andere bewoners passen. Kijken we naar de groep huurders die een 5 of lager geeft voor de mate waarin ze zich thuis voelen dan ligt dit percentage met 56% nog veel hoger.
Thuisgevoel eenoudergezinnen onder druk
Zoomen we in op de resultaten dan zien we dat vooral bij gezinnen met kinderen het thuisgevoel onder druk staat. En dan met name de groep jonge alleenstaanden met kinderen. Van den Boorn, onderzoeker bij KWH: “Eén op de drie daarvan zegt zich alles behalve thuis te voelen en geeft een vijf of lager voor de mate waarin zij zich thuis voelen. Deze huurders voelen zich niet veilig, ervaren overlast van buurtbewoners en hebben het gevoel niet goed voor hun gezin te kunnen zorgen.” Bijna de helft van de jonge eenoudergezinnen geeft aan op dit moment in een woning te wonen die niet past bij hun levensfase. Van deze groep huurders die in een flat wonen, geeft zelfs 69% aan dat de woning niet past bij hun levensfase. Hiervan voelt 70% van de huurders zich niet thuis. Dit onderzoek bevestigt dat corporaties zich terecht inzetten om de doorstroming beter op gang te krijgen.
Wat huurders verwachten van hun corporatie
Op de vraag aan huurders hoe corporaties kunnen bijdragen aan een goed thuisgevoel, antwoordt 44% dat corporaties zich vooral moeten focussen op betaalbare en goed onderhouden woningen. Zo’n 26% zegt dat corporatie moeten zorgen voor een leefbare buurt. Daarvoor is samenwerking nodig met maatschappelijke partners in de wijk. Van den Boorn: “We zien hierbij dat er per wijk of buurt veel verschil kan zijn. Daarom vraagt dit om een lokale aanpak. We moedigen de sector dan ook aan om hier verder onderzoek naar te doen en daarbij natuurlijk de mening van huurders te betrekken.”
Sectoronderzoek Thuis
Het sectoronderzoek Thuis is voortgekomen uit de ‘Van Huis naar Thuis Tour’ in 2019 waarbij KWH met een camperbusje door Nederland is gereisd om huurders te vragen naar hun thuisgevoel. Dat heeft aanknopingspunten gebracht voor verdiepend onderzoek. Het onderzoek is uitgezet onder ruim 15.000 huurders van 61 corporaties, allen lid van KWH. De resultaten tonen aan dat er naast kwantitatieve oplossingen voor het enorme woningtekort van 315.000 woningen, ook gezocht moet worden naar kwalitatieve oplossingen die verder gaan dan betaalbaarheid en beschikbaarheid. Huurdersinzicht in de thuisbeleving kan woningcorporaties helpen bij de transitie van huis naar thuis.